(on)-pedagogiek
23 november 2012
Let op: in dit blog stond ten onrechte de naam Miedema vermeld. Dit is nu veranderd in Weijers.
Mijn excuses.
“Dan vraag ik die kinderbeschermers: “is dat nou wel in het belang van het kind dat die met alle geweld naar de vader moet? Ed Spruijt heeft toch in een paar mooie onderzoeken laten zien hoe slecht dat is.” U begrijpt, althans degenen die mij al langer kennen dan vandaag, dat er ergens een pijnscheut door mij heen trok. Ik moest dan ook wel reageren. Maar mijn gevoel zat op het punt dat ik vreesde een zaal van 150 Theoretisch pedagogen en aanverwante sociale wetenschappers tegen mij zou krijgen. Hoewel ik er uit kreeg wat ik wilde zeggen kwam het onder die omstandigheden niet meer over. Ik voelde een plaatsvervangende schaamte over mijn durf om zo’n kwestie aan de orde te durven stellen in het gezelschap van collega’s waarvan de al dan niet verdiende voetsporen vrolijk blonken. “Spruijt heeft niet eens gereageerd op mijn theoretisch pedagogische noties over belang van het kind in een polemiek in een vaktijdschrift.” bracht ik te berde. Nou ja niets zeggen was laf geweest.
Maar eigenlijk zou mijn reactie ongeveer zo moeten luiden:
U gebruikt een begrip “Belang van het kind” Kunt u daar (als deelnemer aan een theoretisch pedagogische discussie) een definitie van geven? Hoeveel verschillende definities denkt u dat er van dit begrip zijn te geven? Waarom denkt u dat kinderbeschermers moeten reageren op iets waarvan ze niet kunnen bevroeden wat u bedoelt? Wat denkt u eigenlijk zelf dat er achter de handelwijze van deze kinderbeschermers zit? Kunt u hier een probleem of een dilemma in kaart brengen. Kunt u begrijpen dat als u een begrip gebruikt als dooddoener mensen dan ook “doodgeslagen” reageren? Wat denkt u eigenlijk als pedagoog in huis te hebben dat u deze arrogante houding kunt innemen? En aan welke theoretisch pedagogische analyse heeft u de handel en wandel van Dhr Spruijt eigenlijk onderworpen. Weet u wel dat deze meneer onderzoek aan de kinderbescherming verkocht heeft zonder daar open over te zijn? Denkt u dat u de afschaffing van ongelijkwaardig ouderschap kunt beoordelen aan de hand van onderzoek van Spruijt? Weet u eigenlijk wel wat hij onderzocht heeft? Denkt u dat het helpt als ouders door het stof gaan voor elkaar.? Leidt dat tot volwaardig ouderschap? Wist u dat Spruijt dat propageert.
In een een-op-een discussie met de genoemde professor Ido Weijers kwam ik er met gemak uit en heeft hij op geen enkel punt zijn gelijk kunnen uitleggen. Hij weet natuurlijk best dat de term “Belang van het Kind” een nietszeggend begrip is en dat zo’n dooddoener doodslaat. Maar toch doen. Dus. En dan die kinderbeschermers even en plein publique voor schut zetten. En natuurlijk kan hij in de verste verte niet uitleggen wat de relevantie is van Spruijts onderzoek naar gelijkwaardig ouderschap als je het al onderzoek kunt noemen. En dat dan de halve zaal hem komt feliciteren met deze geweldige inbreng in een, als het goed is, theoretisch pedagogisch gefundeerde discussie. Daarbij ook mijn ex-docent Ben Baarda die iets opmerkte in de trant van dat ze kinderen aan hun ouders moeten toewijzen. Prima natuurlijk, andersom mag ook, en wat is het verschil Ben? Maar het voelde als een minachting voor mijn standpunt dat per saldo drie keer zo genuanceerd is als dat van hem. maar weet hij veel. Hij is gewend te vertellen en niet te luisteren vrees ik. Nou ja in ieder geval met betrekking tot dit onderwerp.
Maar ole!! Dat is lang geleden dat ik een paar kinderbeschermers mocht verdedigen. Overigens… met veel mate. Want eigenlijk ging het hier (Weijers gooide in de snelligheid ook allerlei vragen vluchtig op een hoopje) ook om de vraag of er een omgangs-OTS moest komen in deze zaak. Het gebruik van de begrippen omgang en het direct daaraan gekoppelde begrip. Recht leiden nog meer af van de kern van de discussie. Maar ik ben in het geheel niet voor omgangs-OTSen. Ik ben ervoor dat kinderbeschermers zich wat minder met vaderbashing bezig gaan houden. En Theoretisch pedagogen en Spruijtologen al helemaal. En van vaders, althans mij, moet de kinderbescherming en aanverwante handel zich inderdaad niet bezighouden met vaderschap, dat zal de zaak opfleuren. Als het negatieve gezeur over vaders wordt afgeschaft: “Zo meneer legt u dat maar eens uit waarom wilt u eigenlijk uw kinderen zien? Ja dat moet u even uitleggen want dat moeten wij dan weer aan Professor Weijers uitleggen.” Overigens vond Weijers na afloop zelf ook niet dat vaders zich voor hun vaderschap moeten verantwoorden. Zoals gezegd; van zijn betoog in de richting van vaders bleef weinig over. Alleen heel erg jammer dat ik dat punt niet en publique heb kunnen maken. Ik voelde me vreselijk alleen tussen mijn vakgenoten.
Achteraf ontdek ik dat Dhr Weijers ook betaald wordt door de Raad voor de Kinderbescherming (net als, maar dan incidenteel, Ed Spruijt). In die zin, ik geef het ruiterlijk toe, getuigt het van moed om de Raad te vertellen dat ze juist wat minder moeten ingrijpen. Dat heb ik hem ook verteld. Maar volstrekt verkeerd om dat te motiveren met het standpunt dat geen omgang soms beter is voor het kind. Hierbij aangetekend dat het begrip omgang verhult dat vaders en kinderen een opvoedingsrelatie hebben. Een onvoorwaardelijke opvoedingsverantwoordelijkheid. Dat is mijn standpunt. Ik heb gezegd, beter te laat dan niet.
Ik heb overigens ook leuke discussies gehad hoor; maakt u niet te ongerust. Onder andere over de wijsgerig-pedagogische vragen die als onkruid de grond uit zullen komen. Laat ik nou van dat soort zijn. Onkruid van het betere soort. Rest mijn hoop op een betere en verdere discussie met Bas Levering, een meesterlijk voormalig docent, op wiens afscheidsconferentie dit allemaal gebeurde. Oh ja en de pedagogen zijn van plan internet te ontdekken. Ik ben benieuwd wie van mijn collega’s dit blog ontdekt. Ik houd u op de hoogte!
De nogal harde beweringen, met name over Ed Spruijt zijn niet zomaar uit de lucht gegrepen en zijn door mij goed onderbouwd in diverse artikelen in boeken en (wetenschappelijke) tijdschriften.
Artikel Joep Zander in Pedagogiek
citaten uit antwoord Spruijt en repliek Zander en verdere verwijzingen
bestellingen Relapublishing (kaarten en boeken waarin op diverse wijzen andacht is besteed aan het onderzoek van Spruijt)
Over het belang van het kind is ook heel wat afgeschreven. Graag verwijs ik hierbij naar de stukken van Wouter Hanhart en Peter Prinsen en het wikipedialemma (met weeer een verwijzing naar het werk van Bas Levering)
over het belang van het kind
Terugkijken naar dominant moederschap
9 mei 2012
Een al dan niet verwilderde haardos met een lach en een traan. Autonoom Vaderschap tegenover de dominant permissieve opvoedingsstijl van moeders. Zo benoem ik maar even een paar beelden en gedachten tijdens de dag durende videosessie met Wouter Hanhart. Met de videocamera in de losse hand elkaar filmen. Soms met ieder een camera tegelijk elkaar filmend.
Op de tv draaiden we intussen een video van onze vorige filmsessie in 1996 waarin we terugkeken op een uitzending van “ik mis je zo” eerder datzelfde jaar. En die keek weer terug op mijn acties rond het verlies van het contact met mijn dochter. Waaronder een 12 dagen durende serieuze hongerstaking. Moeilijkdoenerij zul je als lezer licht denken. Oude koeien. Maar misschien komt dat omdat we niet gewend zijn terug te kijken naar vadergeschiedenis. Het was leerzaam te ontdekken dat we toch weer nieuwe analyses hadden voor al die eerdere verschijnselen. Zo kun je ons in het bijgaande filmpje horen in een discussie over dominante permissiviteit (het wordt uitgelegd!). We plaatsen dat niet alleen op de opvoedingsstijl van vele moeders, maar ook op de manier van interviewen die Viola Holt en Else Marie van den Eerenbeemt toepasten op mij. Leer het in dit 6 minuten durende filmpje.
Autonoom vaderschap is een begrip dat ik graag gebruik om het belang van relatief onafhankelijke opvoederschap van vaders aan te duiden. Ik gebruikte dat vaak zomaar tussendoor, totdat Louis Tavecchio het een keer aanhaalde in een speech bij de opening van mijn Frieswijk-tentoonstelling. Nu gebruik ik het wat bewuster. Eens zal het net als het begrip “onvoorwaardelijke opvoedingsverantwoordelijkheid” een plek krijgen in een wetenschappelijk artikel. Permissieve dominantie is een begrip dat nog niet bekend was maar eigenlijk een mooie samenvatting geeft voor wat autonoom vaderschap in de weg staat.
Dit is een blog, dus ik moet mij beperken. In het kort gezegd wordt moederlijke permissieve dominantie het best uitgedrukt met de zin: “Jantje ga jij nu even met pappa spelen” Voor spelen kunnen ook wel andere dingen worden ingevuld waarmee de boodschap wel wat minder wrang wordt, maar in dit verband nietverandert. De boodschap is dat Jantje aan de ene kant van moeder staat en Papa aan de andere kant. Mamma zegt heel aardig dat Jantje er wel even langs mag om met pappa te spelen. Maar de verhoudingen worden gekenschetst door een lijn, met de vader op het ene eind, het kind op de andere en de moeder er tussen in. Aardig, permissief maar dominant. Heel dominant, want wat moet je er als vader tegenin brengen? Zeg je dan tegen de moeder; “bemoei je er niet mee!”? Ik denk dat dat verkeerd afloopt. Mogelijk wordt dat uitgelegd als dat je je kind afwijst, of geen goede vader bent.Procedures in het familierecht hebben ook zo’n soort karakter. Als je maar ja en amen roept gaat het een hele tijd goed, totdat van vaders niet meer dan een slap aftreksel van moeders over is. En ja, waar dienen vaders dan voor. Trouw schreef het ooit al: Vaders zijn nergens voor nodig.
Autonoom vaderschap betekent dus: uit die lijn stappen. In het geval van Viola en Else-Marie was die lijn overigens nog wat enger. Hier zat ik in het midden. Maar wel een beetje in de tang. Je ziet me wat terugbuigen om autonomie te zoeken. Maar dat was toen in 1996 in de moeilijke omstandigheid van een semi-live uitzending waar je op de komma kon worden gesneden best wel moeilijk.
Een eerdere post hierover