Verstoten
15 oktober 2010
Verstoting is bij veel volkeren een ernstigere straf dan een lijfstraf. Deze opmerking zette me vanochtend weer even aan het denken. Peter Tromp en ik hadden een gesprek met twee moeders die een zelfhulproep voor verstoten moeders willen opzetten.
Een van de aardige dingen in het gesprek was dat me opviel dat er goede woorden werden gekozen voor de trauma’s die vaders en moeders als slachtoffer van ouderverstoting oplopen. Beter dan ik in de regel van mannen hoor. Ik vroeg me af of dat kan komen omdat het voor mannen vaak lastiger is om hun objectieve slachtofferschap te benoemen. Vanuit een traditionele mannenhouding en/of vanwege de manier waarop slachtofferschap van mannen niet wordt geaccepteerd.
Ook deze week dus weer veel bezig geweest met de trauma’s van verstoten ouders (inclusief mijzelf), ook vanwege een journaliste die er over aan het schrijven is. Bij journalisten heb ik altijd het gevoel dat ik een deel van mijn kwaadheid maar in moet slikken. Zoals ik zo vaak het gevoel heb dat ik kwaadheid af moet schermen om het anderen niet te moeilijk te maken. Omdat de traumatologie dan toch aan de orde was had ik een mooie kans dit een keer te benoemen. Daar wordt je vervolgens zelf ook weer helderder van. Ik had de gedachten over vadertrauma’s allemaal al wel een keer opgeschreven in het boek Gemist Vaderschap (Doodgaan als vader, overleven als man… ja lees dat boek), maar elke keer zet ik weer een stap verder. “Tsja eigenlijk heb ik nu het idee dat ik kwaad wil worden, maar ja dat houd ik nu in”. Een beetje laat je het met zo’n uitspraak dan toch ongemerkt vieren. De kwaadheid krijgt zo wel een kadertje waardoor het voor de ander weer beter toegankelijk wordt.
Toen een van de moeders vanochtend in het gesprek vertelde hoe graag ze boosheid zou willen uiten zag ik het ook direct gebeuren. Ze liet tegelijkertijd ook die boosheid daadwerkelijk zien. Maar weer in een kader waardoor we er allebei zelfs over konden glimlachen. Kijk eens dat hebben wij nou.
Verstoten, dat is niet alleen door je ex en je kind, maar door een hele maatschappij, door wetenschappers, politici, vrienden die je eigenlijk niet precies kunt vertellen wat er aan de hand is. En als je het wel zou doen heb je een probleem. Er gewoon niet over willen praten, hard weglopen als iemand vertelt hoe de vork in de steel zit. Zoals Inge van der Valk hier op dit blog onlangs deed. Zodat je als verstoten ouder ook hoe langer hoe meer verstoten burger, outlaw dreigt te worden. Hoe goed ik zelf ook vindt dat ik daar af en toe boven uit kan stijgen, hoe meer ik ook telkens kan zien hoe indringend dat gevoel is.
Het was goed om er vandaag over te praten. En nog beter om het te besluiten met dit blog en een liedje van mijn favoriete muzikale Duitse vader. I saw a man, I saw him cry, I saw his pain, I never saw the reason why…… me
boegbeeld
19 juni 2010
Vader en jurylid Henk Hanssen draaide zíjn laatste, en tevens het állerlaatste presentatieplaatje van de conferentie het reusachtige scherm op in collegezaal A van de Universiteit van Amsterdam.
En alsof we het hadden afgesproken verscheen Henk daar met zijn kind omhooggedragen de ogen op elkaar gericht in beeld. Alsof ik het bééldje van de vaderdagtrofee naar zijn foto had gemodelleerd, wat niet waar is. Of alsof hij zijn foto daar had gezet omdat ik dat stiekem met hem had afgesproken, wat zo mogelijk nog minder waar is. Het resultaat was in ieder geval dat het beeld van Henk bleef staan tijdens de uitreiking en zo de verbeelding van de vaderdagtrofee verdubbelde.
Dit maakte duidelijk dat dit inderdaad op zijn minst één van de archetypische beelden is van vaderschap. Vader draagt zijn kind de ruimte in, hij houdt het niet tegen zich aan, maar nog wel even vast, het kind voelt al dat het ook losgelaten zal worden, dat de vrijheid roept.
In mijn beeld is het kind geboren uit het hart van de vader, waar de sporen nog van te zien zijn, alsof vaders baarmoeder op een andere plek zit dan die van de moeder. Loslaten kost ook vaders moeite. En nog meer moeite als het kind midden in de opvoeding van de vader wordt weggerukt. Ontvadering.
Afin, zoals altijd kan ik dit schrijven nádat ik het beeld gemaakt had. Wist ík veel waar ik aan begon. Nou ja, in mijn tenen.
Als Peter Tromp het beeldje aanbiedt aan de winnaars Glenn Helberg en Orville Breeveld zie ik het in zijn hand smelten. De koesterende en bezeerde hand van een vader die zijn kind had willen vasthouden waar nu een beeldje word gedragen. Dat zie ik erin.
Een gedragen beeld, een boegbeeld misschien dat het cliché wenst te overstijgen. Hoewel het letterlijk de eerste afdruk van het cliché (de rubberen mal) is.
prenataal
13 april 2010
Vaders die vroegtijdig, prenataal, bij hun kind betrokken zijn, dragen meer bij aan het welzijn van hun kind. Dit heeft Mevrouw Cabrera onderzocht. Mooi dat we dat weten. Het werpt ook een wrang licht op de manier waarop het feminisme enerzijds wel en anderzijds helemaal niet de vader als medeouder erkent tijdens de zwangerschap. Onder het feministische motto “baas in eigen buik” zijn vaders buiten de deur gehouden als het gaat over meebeslissen over abortus, om nog maar te zwijgen over het erkennen van hun onvoorwaardelijke opvoedingsverantwoordelijkheid. Deze begint natuurlijk bij de conceptie.
Mannen die betrokken willen zijn bij hun ongeboren kind doen dat dus niet uit een soort machtsgeilheid (wat sommige quasi-feministes wel eens beweren). Voor zover we dat al niet wisten wordt dat nu ook door wetenschappelijk onderzoek bevestigd.